Er leiden meerdere wegen naar het anders verwarmen van onze woningen

Nederland streeft ernaar om in 2050 geen aardgas meer voor het koken en verwarmen van  onze woningen te gebruiken. Dat vraagt om een grote omschakeling in ons energiesysteem en aanpassingen in elke woning en ander gebouw in Nederland. Een mega operatie, waarvoor inwoners deels zelf verantwoordelijk zijn, deels de gemeenten aan zet zijn en sommige zaken op landelijk niveau worden geregeld.

Wat je zelf kunt doen is het verduurzamen van je woning en/of op andere manieren minder energie verbruiken. Want wat je niet gebruikt, hoeft ook niet geleverd te worden. Wat je ook individueel zelf kunt doen (en via landelijk beleid wordt gestimuleerd) is om een (elektrische) warmtepomp aan te schaffen, als vervanging voor je op gas gestookte cv ketel. Maar als iedereen in Rivierenland een warmtepomp aanschaft leidt dit tot een toename van de elektriciteitsvraag in Rivierenland die vergelijkbaar is met  het huidige RES bod van 1,2 TWh. Daarnaast zijn de elektriciteitskabels in de kleinere kernen niet voldoende om die vraag aan te kunnen. Daarom doen we in Rivierenland onderzoek naar alternatieven voor warmte die passen in ons gebied en voor groepen woningen een oplossing kunnen bieden en waar nog niet in andere gebieden in Nederland mee wordt geëxperimenteerd.

Warmtenetten

Met een warmtenet kun je huizen in een wijk verwarmen. Een cv-ketel op gas in elk huis is dan niet meer nodig. Een warmtenet heet ook wel stadsverwarming of blokverwarming. Het is eigenlijk een heel grote cv-installatie. Ergens in de omgeving staat een centrale warmtebron, met dezelfde functie als je cv-installatie in huis: het opwarmen van water. Via buizen stroomt warm water naar de huizen. Via een kleine installatie (een warmtewisselaar) sluit het warmtenet aan op je woning. Meestal hoeft er niets te veranderen aan de radiatoren of vloerverwarming. Een warmtenet zorgt gemiddeld voor 60 procent minder CO2-uitstoot dan cv-ketels op aardgas.

Warmtenetten zijn in Nederland gereguleerd bij wet in de Warmtewet. In deze wet staat waar een warmtebedrijf zich aan moet houden en vooral ook hoe de consument wordt beschermd. Dit is omdat huishoudens vaak geen keuze hebben voor een andere leverancier van warmte zoals bij gas en elektra. Die warmtewet wordt nu vernieuwd. Besloten is dat de warmte-infrastructuur in publieke handen moet komen. Dat betekent dat de warmteleidingen in handen komen van (lokale) overheden en niet meer volledig van marktpartijen mogen zijn. Dat is een enorme verschuiving die gemeenten het perspectief biedt om zelf de warmtevoorziening voor haar inwoners in handen te nemen. Warmtenetten zijn vooral een optie voor de grotere gemeenten waar grote netten kunnen worden aangelegd, maar minder geschikt voor kleinere kernen, waarvan er in Rivierenland meer dan 80 zijn. De uitdaging is om ook deze 80 kernen een alternatief voor aardgas te bieden, zonder heel veel extra elektriciteit te gaan verbruiken.

Warmte pilots in Rivierenland

In Rivierenland wordt op dit moment gewerkt aan 3 pilots om te onderzoeken welke alternatieve methoden mogelijk zijn; één met lage temperatuur bron, één met midden temperatuur bron en één met hoge temperatuur bron. Enspijk is hier een voorbeeld van waarbij onderzocht wordt hoe gebruik gemaakt kan worden van aquathermie uit de Linge. In Zaltbommel wordt gekeken naar Zonthermie (warmte door het opvangen van zonne-energie via thermische zonnepanelen). Dit in combinatie met een seizoensopslag en de vraag hoe we samen met de glastuinbouw kunnen optrekken. Als mogelijke derde pilot wordt samen met gemeente Neder-Betuwe bekeken of  PVT (Een PVT-paneel is een zonnepaneel dat zowel elektriciteit als warmte opwekt) toegepast kan worden in een nog te bouwen wijk. Warmte  en elektriciteit wordt door inwoners lokaal in een zogenaamd microgrid opgewekt, uitgewisseld en opgeslagen Een microgrid is een miniversie van een klassiek stroomnet. Het is de bedoeling dat de kennis die we met deze pilots opdoen ook elders in Rivierenland kan worden toegepast, om zo te zorgen voor een versnelling in de kernen die nog niet begonnen zijn.  Daarom worden al deze pilots goed begeleid en beschreven, zodat we de opgedane kennis voor iedereen toegankelijk kunnen maken.

Gereedschapskist vol kennis

Naast de techniek om ons huis mee te verwarmen willen we namelijk ook over andere aspecten van gezamenlijke warmteoplossingen leren. Vraagstukken zijn bijvoorbeeld: van wie is dat net dan of wie beheert de warmtebron? En natuurlijk zoeken we ook naar manieren om die oplossingen straks te kunnen financieren en het proces hoe we er kunnen komen te organiseren. Al deze aspecten kun je zien als bouwblokken. Het idee is om al die bouwblokken in een ‘gereedschapskist’ te stoppen waar lokale initiatieven gebruik van kunnen maken.

Deel dit bericht: